Wat nou weer

De afgelopen tijd een paar keer een klein tochtje gemaakt, onder andere met harde wind lekker door de golven ‘batsen’ op de Burgumermar. Het was me bij terugkomst al wel opgevallen dat achteruitslaan moeizaam gaat, ook met veel gas geven is er weinig effect.

Vorige week wilde ik weer een tochtje maken. Om uit de box te komen moet ik een keer steken om niet al te veel andere boten te raken maar helaas, achteruitslaan had geen effect. Nog een geluk dat ik door de noorderwind terug naar de steiger gedreven werd. Een onderzoekje leert dat de as wel draait dus met de keerkoppeling is niks aan de hand. Mijn eerste gedachte is dat er wat in de schroef zit. Ik ben buiten het seizoen op diverse weinig bevaren plaatsen geweest dus een stropersfuik of iets dergelijks zou niet zo vreemd zijn. Ik kan zo niet bij de schroef komen en in het water springen heb ik ook geen zin in dus toen maar een kanotochtje gemaakt.

Zondag 1 mei nog maar eens een poging gedaan. Het eerste plan is om naar de helling te varen om zo in ondiep water de schroef van buiten te kunnen bekijken. Zover kom ik niet, met de harde wind en zonder achteruit is het bijzonder lastig manouvreren. De kop wordt opzij gedrukt en ik belandt, na hier en daar een bootje aangetikt te hebben, aan de walkant, gadegeslagen door vele andere jachthavengasten. “Wat een prutser” zullen ze wel gedacht hebben. In elk geval is het hier ook niet bijzonder diep dus overboord gestapt en de schroef onzedelijk betast. Het blijkt dus dat er niks in de schroef zit maar dat de schroef zelf los zit. Waarschijnlijk is de spie gebroken of ontsnapt. Dat verklaart natuurlijk ook waarom vooruit wel werkt, de schroef wordt dan op het conische eind van de schroefas gedrukt terwijl bij achteruit slaan de schroef zichzelf los trekt.

Dinsdagavond met een beetje hulp van de havenmeester met schouwtje naar de helling gevaren en de boot maar weer op het droge laten zetten. De diagnose is inderdaad een gebroken spie. Het valt niet mee om de schroef er af te krijgen want die past natuurlijk net niet langs het roer en het roer is niet zonder grof geweld te verwijderen. Gelukkig is de as binnenin de boot verlengt en door de koppelbus los te halen kan de as iets naar voren en kan de schroef eraf gewrikt worden.

Dat past natuurlijk weer net niet

Victory! Je ziet de helft van de spie nog in de as zitten.

Hoe kan dat nou? Zo’n spie breekt toch niet zomaar? Wat in elk geval opviel is dat de dopmoer niet vast zat dus waarschijnlijk de schroef ook niet. Bij voor en achteruitslaan krijgt de spie zo steeds een klap. Nog fraaier is het als je de spie zelf bekijkt. Het deel wat in de as zit heeft namelijk een veel kleinere maat dan die in de schroef. Misschien heeft men ooit een nieuwe schroef gekocht (toen men de motor verving waarschijnlijk) en ontdekt dat de spiebaan in de as veel kleiner was dan die van de nieuwe schroef. Dan pas je de spiebaan in de as aan, maar ja, dat is specialistenwerk. Of je vijlt gewoon een stuk van de spie af want dat kan hobbybob zelf. Dat geeft natuurlijk wel wat rare spanningen op de overgang van groot naar klein.

Schroef met gebroken spie in twee delen. Voor het verwijderen van het grote stuk uit de schroef was wat geweld nodig.

Hoe gaan we dat oplossen? Wordt vervolgd, maar vermoedelijk de ‘hobbybob’ methode. Het hoeft het ook maar een seizoen uit te houden want met de nieuwe motor moet er toch een andere schroef en schroefas in.

Pakketje

Jaah, dinsdag werd eindelijk een pakketje voor mij bezorgd. De Pax heeft ‘m opgehaald in Sprundel (Noord-Brabant) en afgeleverd in Westergeest (Friesland) waar hij nu even moet wachten op een nieuw actief leven.

Tijdelijk gestald. Zie grasmaaier op de achtergrond voor een idee van de afmetingen.

Motor met keerkoppeling. De uitlaat is tijdelijk gedemonteerd, anders pastte hij niet door de schuurdeur bij de vorige eigenaar.

Zijaanzicht. Van links naar rechts: achterlager, bedieningshendel keerkoppeling, keerkoppeling zelf, koelwaterpomp, dan de cilinder met onderin de luchtinlaat door het carter, de uitlaat daarboven en bovenop de gloeikop. Tussen cilinder en vliegwiel zit de brandstofpomp.

Motornummer is 3072. Er moet nog even aan gesleuteld worden voor hij kan proefdraaien. De motor heeft twee jaar stilgestaan en de laatste startpoging schijnt dusdanig soepel gegaan te zijn dat het gietijzeren wiel van de lorrie waar hij op stond scheurde en de buren klaagden over scheuren in de muur.
Ik wil onder andere de toerenregeling goed nakijken en een degelijk (tijdelijk) frame bouwen van een paar stalen H-profielen. Als hij aan de wandel gaat met zijn 1000+ kg dan heb ik natuurlijk niet zoveel meer in te brengen. De keerkoppeling werkt ook niet helemaal soepel.

Ondertussen heb ik wel een tekening gevonden voor een motorfundatie voor dit type motor op de website van het Fries Scheepvaartmuseum (zie daar voor grote versie). Ik ga ook achter een handleiding aan.

"Fundatieteekening Motor M0"

Proefvaart

Mooi weer voor een proefvaart dacht ik vorige week. Helaas bleek de accu leeg. Vlak voor de tewaterlating had ik ook al accuproblemen, toen bleek het waterpeil in de accu te laag. Na het bijvullen met gedemineraliseerd water leek alles weer in orde. Nu eerst maar gestart met een losse accu en startkabels en een eindje varen om de accu op te laden. De laadspanning is 14 V dus dat lijkt mij wel in orde. De Kollumerzwaagstervaart ingevaren maar erg ver kwam ik niet, de nieuwe fietsbrug is net te laag.

Ik ben erg blij dat ik de kimkielen eraf gehaald heb want de invloed op het sturen blijkt toch wel erg groot geweest te zijn. Waar de opduwer eerst problemen had om rechtdoor te varen en vaak plotseling een draai maakte kan ik nu rustig het roer loslaten en andere dingen doen. Ik hoef eigenlijk alleen maar te sturen als het kanaal een bocht maakt. Hoeveel ‘tuiteliger’ de boot nu is bij golven moet nog blijken want deze dag is het windstil. Later op de dag de Burgumermar opgezocht maar ook hier is geen golfje te bekennen. Dan zelf maar wat golven gemaakt:

Terug in de haven met de multimeter geconstateerd dat er een stroomlek is van bijna een halve ampère. De volgeladen accu van 120 Ah zou dus zo inderdaad in 240 uur (10 dagen) leeg lopen. Een koelwater-temperatuurvoeler blijkt 0,1 A te trekken maar de rest is moeilijker te traceren. Dit lek zit ergens in de navigatieverlichting. Hier is wat vreemds mee aan de hand want het bakboordlicht doet het niet en de zekering brandt ook nog eens door. De kabels zitten natuurlijk keurig achter de betimmering weggewerkt en om dat nou ook helemaal weg te gaan slopen gaat mij te ver. Voorlopig maar gewoon braaf na het varen de hoofdschakelaar omzetten.

N.B. Bij “Lassie” wat nieuwe foto’s toegevoegd gemaakt door Erwin

Verfje

Na het las- en slijpwerk moest er nog weer een kleurtje op. Omdat alles in een paar dagen klaar moest was het deel onder de waterlijn de prioriteit. Het onderwaterschip heb ik vier keer in de Hempatex Aluminium 16300 gerold (dat is een chloorrubber voor de kenners). Het was hier en daar wel lastig om het goed in de putjes te krijgen. Daaroverheen een laagje mooi zwarte antifouling. Verder heeft alles tot aan het dek een nieuw laagje verf gekregen. Daarboven ben ik niet meer aan toe gekomen. Het dek ga ik nog wel een keer doen als het mooi weer is maar het kajuitje gaat er toch af dus daar wil ik liever niet teveel tijd aan besteden.

Zaterdagmorgen werd de boot weer te water gelaten.  Meteen gecontroleerd op lekken, gelukkig is alles in orde. De opduwer schommelt wel wat meer zonder kimkielen. Hoeveel het uitmaakt moet bij de eerstvolgende vaart blijken. Ik verwacht trouwens dat straks de zware motor ook veel zal helpen. Hij heeft ook nieuwe vaste plek gekregen in de haven, gelukkig aan een steiger met veel roest-emmers.  Dan is het ook niet zo erg als ze eens een tikje van me krijgen. 🙂

Eerste laag chloorrubber en primer op plaatsen waar ik de verf (met roest) weggeschuurd had

Sprong in de tijd: schilderwerk klaar

Andere kant

De onthulling op de vroege zaterdagmorgen

Weer richting water

De invloed van alle blokken staal en kettingen is mooi te zien. Om te controleren op lekken liggen alle gewichten tijdelijk even halverwege aan stuurboord. De bakboord anode komt nu boven water uit. Gelukkig kan ik geen water aan de verkeerde kant van de romp vinden dus kunnen de gewichten weer in de voorpiek.

Nieuw plekje in de haven

Lassie

De boot gaat een week de doe-het-zelf loods in voor slijp- las- en schilderwerk. Erwin komt een weekend helpen met lassen. Dat ene avondje introductiecursus elektrodelassen dat ik ooit gehad heb lijkt me niet genoeg om de boot waterdicht te krijgen, waarschijnlijk zou ik er alleen maar meer gaten bij maken. Het lassen valt zowieso nog niet mee. Vooroorlogs staal, koolteerresten en tin (iemand ooit putjes dichtgesoldeerd?) zitten het laswerk tegen. Ik had “supra” electroden gehaald, extra goed voor vervuild staal. Met 50 stuks dacht ik ruim voldoende te hebben. Dus niet. Gelukkig had Erwin zijn doos elektroden ook meegenomen. Terwijl Erwin last en slijpt maak ik met de komborstel op de haakse slijper de bodem schoon van roest en loszittende koolteer. Ongelovelijk wat een bende dat geeft. Zelf zie ik er uit als zwarte piet en alles wordt bedekt met een dikke laag zwarte stof. Achteraf had ik beter een muts op kunnen zetten en de gereedschapkist dicht moeten doen. Al doende ondek ik nog wel twee kleine gaatjes op de waterlijn aan stuurboordkant. We besluiten hier dan ook maar een plaat overheen te zetten. Het zwakke punt helemaal onderin het vlak doen we niks aan. Er zijn meer twijvelachtige plekjes eromheen en omdat het toch een bijna vlakke plaat is gaan we in het najaar gewoon deze plaat vervangen. De kimkielen slijp ik er ook af, ik ben benieuwd of het effect te merken is. Verder wordt een losgebroken handrail weer vastgelast. Naar voren lopen door de smalle gangboord is al eng genoeg met bruikbare handrails. Al met al zijn we zo’n anderhalve dag bezig. Daarna ben ik nog een dik uur aan het opruimen.

 

Aaarg, groot gat in boot

 

Erwin bikt slak

Dubbelen kan, maar een plaatje erin lassen is natuurlijk veel beter

De reeks gaten in het steven zijn netjes opgelast en daarna in de vorm van de romp geslepen

Laswerk aan bakboord

Een plaatje over de ingerotte plaat, in het verlengde van de al bestaande dubbeling

Door er een tijdelijke hefboom op te lassen wordt de plaat vloeiend om de romp gebogen. De vloer is inmiddels egaal zwart.

Hier nog enkele foto’s gemaakt door Erwin:

Uitgeslepen gat bij de boeg. Je kunt mooi de geklonken spanten aan de binnenkant zien.

Zelf in actie. Tip voor de volgende keer: muts opzetten.

Dubbelingsplaatje stuurboord: klaar!

Ongewenst afvoerputje

Zoals ik al eerder meldde zit er in de voorpiek een gevaarlijke plek met roest. Deze plek was wat moeilijk bereikbaar door alle gewichten die er lagen. Nu de boot van zijn plaats gehaald worden wilde ik de gewichten er eigenlijk weer in hebben zodat ik die niet achter de boot aan hoef te slepen. Dus loszittende roest weghalen, schoonmaken en in de roestmenie, tenminste dat was het plan. Maar zoals altijd kom je steeds meer tegen. Blijkbaar heeft men ooit het puntje waar beide romphelften bijelkaar komen in het steven volgestort met cement. Ik begon met goede hoop en een staalborstel.  Dat werd al snel een komborstel in de accuboormachine en, nadat ik gemerkt had dat er roest onder het cement zat, een oude schroevendraaier en hamer en de komborstel in de gewone boormachine. Ik heb nu het meeste kaal en schoon én ik kan nu door de romp naar buiten kijken. Het is niet heel erg rampzalig want het staal eromheen is volgens mij nog dik genoeg, in de buurt is 3,6 mm gemeten, maar het is wel weer een lasklusje erbij.

Ook de dieseltank moest het ontgelden om wat werkruimte te hebben en straks met lassen niet in de weg te zitten. De tank was snel aan de kant met het loshalen van een paar schroeven en een slangklem.

Met de electrische tandenborstel gaat sneller dan met de hand

Overzichtje van de gevarenzône

Afvoerputjes. Het gaatje onder de wrang is wel wat typisch.

De lekjes van buiten gezien

Motor

Jawel, bij een opduwer hoort natuurlijk een oude tuf-tuf motor dus ben ik hier en daar gaan rondvragen en marktplaats in de gaten houden. Een Kromhout M-1 is toch iets aan de zware kant, een Kromhout 2k1 is incompleet en draait niet, een Industrie 1IB3 is wel erg duur en een Lister CS is al verkocht. Afgelopen weekend kreeg ik een echter gouden tip, ik ben er dinsdag heen geweest en heb ‘m gekocht: een echte Kromhout M-0, 15 epk (“echte” pk’s) bij 500 toeren en een gewicht van 1050 kg. Nu moet hij alleen nog even uit meneer zijn achtertuin geplukt worden en van Brabant naar Friesland verscheept worden. Hoe we dat gaan aanpakken weten we nog niet helemaal.

Helaas fototoestel vergeten mee te nemen dus geen plaatje. Het is de op een na kleinste in dit overzicht. Op joeptjoep staan wel filmpjes waar je dit type motor kunt horen (bass van je speakers even vol opendraaien).

Vetkoord

Tijdens het varen was me al opgevallen dat het schroefasvet, samen met water, langs de schroefas naar binnenkomt. Dat kan niet de bedoeling zijn dus nu de boot droog staat daar maar eens even naar kijken. De pakkingdrukker kon nog maar weinig aangedraaid worden dus dan alles maar los gehaald, oud vetkoort eruit en nieuwe erin. Dat klinkt weer eenvoudiger dat het was maar liggend kun je er redelijk bij. Beetje vreemd dat ik er 5 stukken vetkoord uitgehaald heb en er maar 4 weer in kreeg, of het moet zijn dat ik de tel kwijtgeraakt ben. Voor mijn gevoel had ik onder ook minder ruimte dan boven, alsof de schroefas niet goed uitgelijnd staat. Er zitten verder geen lagers tussen gland en motor.  Potje vet weer gevuld en even aandraaien en voila, het vet wordt nu keurig naar buiten geperst. Nieuw vetkoord en schroefaslagervet zat trouwens bij ‘de inboedel’ van het schip dus dat scheelde weer.

Het oude vetkoort, een wat onsmakelijk plaatje zo op een stukje wc-papier. Het lijkt inderdaad wel alsof het aan één kant meer is afgesleten. Dit is een week nadat ik het eruit gehaald heb en nu al het water verdampt is blijft er maar weinig vet over.

Schroefas en omstreken. De klodders rondgeslingerd vet moet ik nog even opruimen.

De opduwer

Dit weblog gaat over de avonturen van opduwer Trochwrotter. Het begint in 2011 met de aanschaf en daarna in 2012 een verslag over hoe de opduwer weer in oude staat terug gebracht wordt. Ook in 2013 valt er nog genoeg te klussen en gaan de vaartochten, na de proefvaart, steeds verder van huis. Hoe gaat dit eindigen?

Technische gegevens:

  • Lengte: 6.0 m
  • Breedte: 2.0 m
  • Holte: 0.9 m
  • Diepgang (incl. hak): +/- 0.8 m
  • Kruiphoogte: +/- 1.3 m
  • Bouwjaar: 1932 (?)
  • Waterverplaatsing: +/- 2.5 ton
  • Motor: Kromhout M0, 1 cylinder gloeikop, 15 PK
  • Koeling: gesloten met koelpijpen

Geschiedenis:

De geschiedenis van voor 1965 is onbekend. Begin jaren ’70 voorzien van stuurhut en verhoogde roef. Heeft daarna vele jaren met de naam “Assistent” rondgevaren in midden Nederland. Er zijn verschillende eigenaren geweest maar met zo’n 25 jaar had Toon van de Bedum de boot het langst in bezit. In de jaren ’90  werd hij weer verkocht en veranderde de naam in “De Hendrik”. Eind 2010 kocht ik de opduwer en voer hem in januari 2011 naar Friesland. In de loop van 2012 heeft de opduwer zijn oude gedaante teruggekregen en is hij weer voorzien van een ouderwetse plofmotor.

Contact: jacob@swalker.nl of laat een berichtje achter.

Effe tsjekke

Na enkele tochtjes door de omgeving wordt het nu tijd om de harde waarheid onder ogen te zien, dat wil zeggen, uitzoeken in wat voor staat het schip is. Op 10 februari wordt de boot op het droge gezet. Helaas komen de stempels wat onhandig uit en wijzen daarom de kimkielen nu  omhoog. Nouja, het vrij dunne plaat is zo teruggebogen, ze hebben er bij de jachthaven zelfs een speciaal gereedschap voor gemaakt omdat het wel vaker gebeurt. Origineel zijn ze zowieso niet dus misschien haal ik ze er ook wel gewoon af. De vloerbedekking aan de binnenkant is ouder dan de kimkielen, je kunt zien waar de lassen gelegd zijn aan de gaten die in de vloerbedekking gebrand zijn. Verder ziet het er, op wat roestplekjes en diepe putten op de waterlijn na, nog niet zo slecht uit. Ik wil echter toch graag wat meer zekerheid dus huur ik iemand in om een plaatdiktemeting te doen. Voor die tijd moet de boot eerst leeg zodat de binnenkant zoveel mogelijk bereikbaar is. Verscheidene dozen vol serviesgoed, campingstoeltjes, verf en onderdelen, poepdoos, kussens en jerrycans worden naar mijn rommelhok in de kelder versleept. Meters aan zware, roestige kettingen en blokken staal en gewichten komen uit de voorpiek. Deze laat ik eerst maar gewoon naast de boot liggen. De gewichten dienen als contragewicht van de motor die in de huidige situatie in de kuip ingebouwd is, een stuk verder naar achteren dan van oorsprong het geval was. Om wat luiken in het vloertje bereikbaar te krijgen sneuvelt helaas ook een deel van de vloerbedekking. Ach, in het najaar gaat het er toch allemaal uit.
Nu de boot toch op het droge staat werk ik meteen maar even wat roestplekjes in het dek bij. Zo kan ik deze zomer tenminste rondvaren zonder dat de opduwer er al te verwaarloosd uitziet.

Eerste blik op het onderwaterschip

Donderdag 17 februari komt  Arno Vuurens van Blue Loeks Marine met high-tech akoestische diktemeters, en een grote hamer. Bij de koop was ik er al niet van uitgegaan dat het vlak perfect zou zijn, dat kon ik ook moeilijk verwachten van een bijna 80 jaar oude boot, maar wel dat het bij een paar kleine reparaties zou blijven. In mijn achterhoofd hield ik wel rekening met de mogelijkheid dat het wel eens erg tegen zou kunnen vallen. Wat ik in dat geval gedaan zou hebben weet ik niet want  gelukkig blijkt het mee te vallen. Aan de bakboordkant zit een stuk waar de putten dusdanig diep en talrijk geworden zijn dat er een plaatje overheen moet. Ook aan bakboord, maar dan bij de boeg, is een klinknagel losgeraakt waardoor de plaat is ingerot. Deze beide plekken sluiten aan bij een al bestaande dubbelingsplaat dus het beste is deze met dezelfde breedte plaat gewoon door te trekken. Arno kan nergens gaten in het vlak slaan met zijn hamer (en hij slaat best hard) maar onderaan verschijnt wel een deuk. Voor de zekerheid moet hier ook een plaatje overheen. Metingen wijzen uit dat de plaatdikte bijna overal boven de 3 mm zit, dat is niet gigantisch dik maar wel voldoende. Waarschijnlijk is de opduwer van 4 mm plaat gebouwd. Op een plek duikelt de meter wel wat onder de 3 mm maar gek genoeg lijkt de plaat hier sterk genoeg en is er ook geen aantasting te zien. Zou de plaat hier altijd al dunner geweest zijn? Het roer is lek vlakbij de dopmoer van de schroef. Ik wil eigenlijk zowieso wat doen aan de stuurinrichting maar ik weet nog niet precies wat. Zowel stabiel rechtuit varen als scherpe bochten draaien gaat niet altijd van harte. Voorlopig moet het roer maar gewoon gerepareerd worden. Waar de schroefaskoker door het vlak komt is wat plaatwerk helemaal verdwenen. Dit is waarschijnlijk al langer zo, van binnen is dit gedeelte volgestort met beton. Verder ziet het vlak er van binnen goed uit, zoals ik zelf ook al geconstateerd had. Alleen in de voorpiek op de plek waar al die kettingen en gewichten lagen is de nodige roest te vinden. Het is een extra gevaarlijke plek omdat het spant hier dichtgelast is zodat er water achter kan blijven staan terwijl het voordekje waarschijnlijk lek geweest is. Helaas is het lastig goed te controleren omdat de boot daar precies op een steun staat. Het dek is hier en daar onder het potdeksel (het hoekijzer op de buitenkant van dek naar romp) behoorlijk vergaan. Ik zal bekijken wat ik er dit najaar aan moet doen, omdat het boven de waterlijn zit laten we het verder buiten de keuring. Een andere opmerking gaat over het kunststof peilglaasje van de dieseltank. Deze worden na verloop van tijd bros en kunnen dan barsten als ze eens een tik krijgen. Een leeglopende dieseltank geeft veel rommel dus het is beter dit peilglaasje te vervangen door variant van gewapende slang. Ook de slang van het gootsteentje zou eigenlijk vervangen moeten worden en voorzien van een dubbele slangklem. De afsluiter staat echter standaard toch dicht en het ding wordt in het najaar toch verwijdert dus ik laat het voorlopig zo.

Man met de hamer. Let ook op de gewichten uit de voorpiek


Plaats van dubbelingsplaatje. Met 3.8 mm nog aardig dik maar veel roestputjes

Er zal dus geslepen en gelast moeten worden. Dit mag niet buiten dus gaat hij in de doe-het-zelf loods bij de jachthaven. Ik stel het schilderen verder ook maar tot dan uit, in een verwarmde loods gaat het vast beter dan bij 5 °C en 90 % luchtvochtigheid.