Motorfundatie

Toch wel een beetje belangrijk onderdeel als er een ton aan gietijzer ligt te stampen op de oude geklonken spantjes. Het ontwerp van de motorfundatie is geïnspireerd op de oude fundatietekening van Kromhout die ik van het scheepvaartmuseum (deze) gekopieerd heb maar dan met wat aanpassingen. Ik wil namelijk graag de bestaande resten van de oude fundatie hergebruiken en dat zorgt voor de nodige hoofdbrekens. De bestaande langsschotjes zitten namelijk niet op de goede afstand van elkaar, ze komen zelfs precies bij de bevestigingsbouten van de motor uit wat natuurlijk erg onhandig is. Daarom komt de motor te rusten op twee stevige hoekprofielen die op hun beurt weer op de fundatie zelf rusten. De krachten van de motor moeten over zoveel mogelijk spanten verdeeld worden en het zwaartepunt van de motor ligt helemaal vooraan, ongeveer tussen vliegwiel en cylinder in. Daarom steekt de fundatie nog twee spanten voor het vliegwiel uit. Om ruimte te maken voor het vliegwiel zit hier een knik in de fundatie wat een zwak punt omdat de langsschotjes niet in elkaars verlengde staan. Gelukkig houd ik van de standaard 2 meter lengtes hoekprofiel precies genoeg lengte over om dit punt mee te versterken. De langsschotjes vormen samen met de topplaat en het vlak een soort H-profiel in de lengterichting. De dwarsschotjes zorgen voor meer stijfheid en verdelen de krachten over een spant.

De plaats van de motor is ook een moeilijke overweging. De logische plek is bovenop de oude fundatie en recht onder de resten van de koekoek. Dit lijkt ook de plek waar bij de meeste opduwers de motor staat. Voor mijn gevoel zou de motor een spant verder naar achteren moeten zodat het zwaartepunt van de motor mooi tussen schroef en boeg in ligt, daar waar volgens mij het drukkingspunt (‘centre of buoyancy’) ligt. Ook uit het tegelexperiment (‘t Kin) is het moeilijk conclusies trekken want wat was is de invloed geweest van de ballastgewichten en betimmering voorin en het kajuitje en de vorige motor achterin? Daar heb ik wel geleerd dat een slecht gebalanceerde boot onbestuurbaar wordt. Ik heb zelfs nog een poging gedaan om de romp in te meten  volgens een methode in het “Propeller Handbook” van Dave Gerr en zo het drukkingspunt te berekenen . Helaas waren de resultaten bij mij nog zo onnauwkeurig dat ik er uiteindelijk weinig mee kon.  Dus dan de wijsheid van de originele scheepsbouwer maar gevolgd.

Staal voor fundatie, tussenschot enz.

Er zitten bijna geen rechte vlakken of haakse hoeken in de boot dus eerst maar eens een tijdelijk houten raamwerk in de boot geklemd als een rechte basis om alles aan af te meten. Malletjes gemaakt van karton (gesponsord door Casalux keukens, badkamers, tegels (en karton)) om de hoeveelheid gezaag wat te beperken.

Kartonnen malletjes overtrekken

Na het uitzagen met decoupeerzaag en lawaaitol kunnen de plaatjes in een badje van azijn. Gelukkig blijkt azijn slecht te bevriezen want het was wel wat fris de afgelopen tijd. Ik heb een bad gemaakt van een vuilniszak met opstaande randjes door vier latjes in een rechthoek op de betonvloer te leggen.

De plaatjes poetsen. Na een paar daagjes in een azijnbadje veeg je de walshuid er grotendeels zo af.

Links een plaatje staal zoals ze uit het zuur komen, rechts na een borstelbeurtje (met lekker warm water).

De laatste restjes gaan er het gemakkelijkst af met een “slijpvliesschijf” zo blijkt. Die gaan alleen niet zo lang mee en zijn nogal duur. Een lamellenschijf gaat ook maar loopt snel vol waardoor je er meer werk van hebt.

De slang van het lasapparaat is te kort om helemaal vanaf de grond tot in de boot te komen en het is geen apparaat om even aan een touwtje aan het dak te hangen. Zo op een stapel pallets kan ik er mooi vanuit de boot bij en hij is ook nog verrijdbaar (met de palletkar).

Verheven lassie

De eerste schotjes zijn gehecht in het tijdelijke houten frame

Alleen de schotjes in de kuip (bij de lijmtang) moeten nog. Ondertussen ook al aardig wat loodmenie weggeschraapt en de oude doorvoer van het keukentje dichtgelast.

Verfschrapen gaat een stuk beter als het koud is zo blijkt. Het blijft echter k*twerk. De oude doorvoer van het keukentje toch ook maar verwijdert. Dat is weer wat minder kans op acuut falend drijfvermogen (maar wel verhoogde kans op chronische kleine lekkages door amateuristisch laswerk).

Dit gebeurt er als je bij -10 C met natte werkhandschoenen staal aanraakt. Vastgevroren.

Winkelhaak en hoekprofiel. Mag je ervan uitgaan dat hoekprofiel haaks is? Nee dus.

Met het hoofd op het vlak liggend kan ik net de topplaat van de fundatie aan de binnenzijde lassen. De buitenzijde kan ik zowieso niet bij dus hier een andere oplossing voor bedacht, namelijk de plaat inslijpen ter hoogte van de dwarsschotjes en dan weer dichtlassen zodat ook hier de plaat hier aan de dwarsschotjes verbonden is.

De topplaat aan bakboord gelast

Aan stuurboordkant komen de pijpjes van de buiskoeling onder de fundatie uit. Ik weet nog niet hoe ik de koelwaterleidingen hier ga aansluiten maar ik heb ik elk geval één pijpje vooraf wat ingekort om wat manouvreerruimte te houden en ze beide ontroest. Komt tijd, komt raad/probleem.

De hoekprofielen zijn ook klaar maar moeten nog pasgemaakt worden. Ze liggen hier dus nog los.

Wordt vervolgd…

Chemische experimenten

In de handel is koud- en warmgewalst staal te krijgen koop. Behalve dat de mechanische eigenschappen wat anders zijn heeft koudgewalst staal het voordeel dat er geen walshuid op zit, dat is een blauwzwarte laag die ontstaat als het letterlijk gloeiendhete staal wordt blootgesteld aan zuurstof tijdens het op maat walsen. Helaas is koudgewalst staal zonder walshuid maar leverbaar tot een dikte van 3 mm dus voor dikker materiaal is een andere oplossing nodig. Mechanische methodes (slijpen en schuren) zijn eigenlijk ondoenlijk omdat het spul veel te hard is en vast zit. Traditioneel wordt warmgewalste plaat (ook wel zwarte plaat genoemd) gewoon een jaartje in weer en wind buiten gezet zodat de walshuid er vanzelf afroest maar daar heb ik het geduld niet voor. In de industrie wordt het staal tegenwoordig gestraald of gebeitst in zuur, helaas is gestraalde of gebeitste plaat in kleine hoeveelheden schijnbaar niet te koop. Ik heb het gereedschap niet om zelf te stralen maar beitsen kan ik wel, zo blijkt uit de oneindige kennis die op internet verspreid staat. Diverse chemische chemicaliën staan tot mijn beschikking maar voor mijn eigen veiligheid spreekt het simpele huis- tuin- en keukenazijn mij het meest aan. Ik heb een klein experiment gedaan met kruidenazijn (“Lekker voor over de salade”) en schoonmaakazijn (“met Eucalyptus”), beide omdat ik het toevallig had staan. Veel blijkt het ook niet uit te maken, na een paar daagjes in het zuur kan ik ze zo schoonborstelen (afwasborstel wordt er wel wat zwart van). Wat wel opvalt is dat het staal niet te diep in het zuur moet staan, schijnbaar speelt zuurstof ook een rol. Omgekeerd wil het ook met een poetsdoek die je nathoudt met azijn.
Je kunt je afvragen wat het verschil is tussen de azijnsoorten. Ze zitten beide in gelijksoortige flessen en kosten beide €0.49 (C1000/Poiesz). Zal wel vergelijkbaar zijn met het verschil tussen strooizout en keukenzout (beide NaCl).

Experiment in de keuken

Resultaat na een paar dagen

N.B. De website loopt wat achter op de feiten (andersom zou ook raar zijn). Maak je geen zorgen om de voortgang van het project in elk geval.

Historische feitjes

(Update: 22-02-2012)
Paul Sevink herkende mijn bootje op het Kustvaartforum. Zijn broer Rob (overleden 2009) was lange tijd eigenaar. Bovendien kende hij de eigenaar daarvoor, de heer Bert-Jan Stolwijk die uit eigen beweging contact met mij opnam. Vooral deze persoon is erg enthousiast met het verzamelen en doorgeven van informatie dus zodoende ben ik al heel wat wijzer geworden.
Kort samengevat:
Stolwijk kocht de opduwer in 1965 van een woonwagenkampbewoner. De boot was toen naamloos en voorzien van een rode Pelapone Ricardo 4 cylindermotor. Door tijd en geldgebrek heeft de opduwer toen enige jaren op de wal doorgebracht waarbij de Pelapone motor werd verkocht aan de baas van Stolwijk. Er werd een dieselmotor uit een Peugeot 304 ingebouwd en daarmee werd in 1970 gevaren op de Loosdrechtse plassen onder de naam “Assistent”. Niet veel later werd, ook door Stolwijk, de opduwer voorzien van het kajuitje en is gelijktijdig het roefje verhoogd, ook om de hoogte van de kajuit wat te verbloemen. In 1971 of ’72 werd de opduwer verkocht aan Rob Sevink. Rond 1975 kocht Antonius (Toon) van de Bedum de boot en heeft hem tot ongeveer eind jaren 90 in bezit gehad. (Sevink heeft ‘m dus, in tegenstelling van wat ik eerder dacht, niet zo lang in bezit gehad.)

Pictoreske polaroid. Opduwer Assistent, hier nog met grote ramen in de roef.

Tijdens een uitje. Loosdrechtse plassen? Waarvoor zou die luchthapper boven het roer zijn?

Met rekje op het dak, voor de surfplank?

Langs de wal met iets andere kleuren en zonder mastje. Alle bovenstaande foto's van Sjef Post

Van de Bedum heeft ook nog weer diverse aanpassingen gedaan, onder andere de grote ramen in de roef weer vervangen door kleine lichtranden. De opduwer werd gekocht aan de Eem, lag later jarenlang in een jachthaven in Kortenhoef voor hij verhuisde naar Loosdrecht, echter steeds met de naam Assistent. Van de Bedum was een huisvriend van Sjef Post en ging ook regelmatig te varen met de kinderen van Post. In later jaren ging de gezondheid van Van de Bedum achteruit en daarmee werd het onderhoud aan de boot ook minder. Eind jaren ’90 (?) werd de opduwer verkocht aan Ben Teunissen. De Peugeotmotor was toen op en begon kuren te vertonen (lekkende koppakking) en werd in 2002 vervangen door de Mishubishimotor waarmee ik hem december 2010 aantrof. De heer en mevrouw Teunissen maakten ook wel meerdaagse tochten met het bootje wat aardig avontuurlijk geweest moet zijn gezien de beperkte ruimte binnen. Later kochten zij een grotere boot waarna de zoon het bootje voornamelijk gebruikte bij vistochtjes. Zoals dat vaker gaat werd er op laatst nog maar weinig mee gevaren en kwam de opduwer in 2010 weer te koop te staan.

Van een andere bron kreeg ik ook nog wat historische gegevens binnen. Han Mannaert (van het Kromhoutarchief) e-mailde mij de originele fabrieksgegevens van de Kromhouthoutmotor:

Fabrieksgegevens bij motornummer 3072