Mooi weer voor een proefvaart dacht ik vorige week. Helaas bleek de accu leeg. Vlak voor de tewaterlating had ik ook al accuproblemen, toen bleek het waterpeil in de accu te laag. Na het bijvullen met gedemineraliseerd water leek alles weer in orde. Nu eerst maar gestart met een losse accu en startkabels en een eindje varen om de accu op te laden. De laadspanning is 14 V dus dat lijkt mij wel in orde. De Kollumerzwaagstervaart ingevaren maar erg ver kwam ik niet, de nieuwe fietsbrug is net te laag.
Ik ben erg blij dat ik de kimkielen eraf gehaald heb want de invloed op het sturen blijkt toch wel erg groot geweest te zijn. Waar de opduwer eerst problemen had om rechtdoor te varen en vaak plotseling een draai maakte kan ik nu rustig het roer loslaten en andere dingen doen. Ik hoef eigenlijk alleen maar te sturen als het kanaal een bocht maakt. Hoeveel ‘tuiteliger’ de boot nu is bij golven moet nog blijken want deze dag is het windstil. Later op de dag de Burgumermar opgezocht maar ook hier is geen golfje te bekennen. Dan zelf maar wat golven gemaakt:
Terug in de haven met de multimeter geconstateerd dat er een stroomlek is van bijna een halve ampère. De volgeladen accu van 120 Ah zou dus zo inderdaad in 240 uur (10 dagen) leeg lopen. Een koelwater-temperatuurvoeler blijkt 0,1 A te trekken maar de rest is moeilijker te traceren. Dit lek zit ergens in de navigatieverlichting. Hier is wat vreemds mee aan de hand want het bakboordlicht doet het niet en de zekering brandt ook nog eens door. De kabels zitten natuurlijk keurig achter de betimmering weggewerkt en om dat nou ook helemaal weg te gaan slopen gaat mij te ver. Voorlopig maar gewoon braaf na het varen de hoofdschakelaar omzetten.
N.B. Bij “Lassie” wat nieuwe foto’s toegevoegd gemaakt door Erwin
Na het las- en slijpwerk moest er nog weer een kleurtje op. Omdat alles in een paar dagen klaar moest was het deel onder de waterlijn de prioriteit. Het onderwaterschip heb ik vier keer in de Hempatex Aluminium 16300 gerold (dat is een chloorrubber voor de kenners). Het was hier en daar wel lastig om het goed in de putjes te krijgen. Daaroverheen een laagje mooi zwarte antifouling. Verder heeft alles tot aan het dek een nieuw laagje verf gekregen. Daarboven ben ik niet meer aan toe gekomen. Het dek ga ik nog wel een keer doen als het mooi weer is maar het kajuitje gaat er toch af dus daar wil ik liever niet teveel tijd aan besteden.
Zaterdagmorgen werd de boot weer te water gelaten. Meteen gecontroleerd op lekken, gelukkig is alles in orde. De opduwer schommelt wel wat meer zonder kimkielen. Hoeveel het uitmaakt moet bij de eerstvolgende vaart blijken. Ik verwacht trouwens dat straks de zware motor ook veel zal helpen. Hij heeft ook nieuwe vaste plek gekregen in de haven, gelukkig aan een steiger met veel roest-emmers. Dan is het ook niet zo erg als ze eens een tikje van me krijgen. 🙂
Eerste laag chloorrubber en primer op plaatsen waar ik de verf (met roest) weggeschuurd had
Sprong in de tijd: schilderwerk klaar
Andere kant
De onthulling op de vroege zaterdagmorgen
Weer richting water
De invloed van alle blokken staal en kettingen is mooi te zien. Om te controleren op lekken liggen alle gewichten tijdelijk even halverwege aan stuurboord. De bakboord anode komt nu boven water uit. Gelukkig kan ik geen water aan de verkeerde kant van de romp vinden dus kunnen de gewichten weer in de voorpiek.
De boot gaat een week de doe-het-zelf loods in voor slijp- las- en schilderwerk. Erwin komt een weekend helpen met lassen. Dat ene avondje introductiecursus elektrodelassen dat ik ooit gehad heb lijkt me niet genoeg om de boot waterdicht te krijgen, waarschijnlijk zou ik er alleen maar meer gaten bij maken. Het lassen valt zowieso nog niet mee. Vooroorlogs staal, koolteerresten en tin (iemand ooit putjes dichtgesoldeerd?) zitten het laswerk tegen. Ik had “supra” electroden gehaald, extra goed voor vervuild staal. Met 50 stuks dacht ik ruim voldoende te hebben. Dus niet. Gelukkig had Erwin zijn doos elektroden ook meegenomen. Terwijl Erwin last en slijpt maak ik met de komborstel op de haakse slijper de bodem schoon van roest en loszittende koolteer. Ongelovelijk wat een bende dat geeft. Zelf zie ik er uit als zwarte piet en alles wordt bedekt met een dikke laag zwarte stof. Achteraf had ik beter een muts op kunnen zetten en de gereedschapkist dicht moeten doen. Al doende ondek ik nog wel twee kleine gaatjes op de waterlijn aan stuurboordkant. We besluiten hier dan ook maar een plaat overheen te zetten. Het zwakke punt helemaal onderin het vlak doen we niks aan. Er zijn meer twijvelachtige plekjes eromheen en omdat het toch een bijna vlakke plaat is gaan we in het najaar gewoon deze plaat vervangen. De kimkielen slijp ik er ook af, ik ben benieuwd of het effect te merken is. Verder wordt een losgebroken handrail weer vastgelast. Naar voren lopen door de smalle gangboord is al eng genoeg met bruikbare handrails. Al met al zijn we zo’n anderhalve dag bezig. Daarna ben ik nog een dik uur aan het opruimen.
Aaarg, groot gat in boot
Erwin bikt slak
Dubbelen kan, maar een plaatje erin lassen is natuurlijk veel beter
De reeks gaten in het steven zijn netjes opgelast en daarna in de vorm van de romp geslepen
Laswerk aan bakboord
Een plaatje over de ingerotte plaat, in het verlengde van de al bestaande dubbeling
Door er een tijdelijke hefboom op te lassen wordt de plaat vloeiend om de romp gebogen. De vloer is inmiddels egaal zwart.
Hier nog enkele foto’s gemaakt door Erwin:
Uitgeslepen gat bij de boeg. Je kunt mooi de geklonken spanten aan de binnenkant zien.
Zelf in actie. Tip voor de volgende keer: muts opzetten.
Zoals ik al eerder meldde zit er in de voorpiek een gevaarlijke plek met roest. Deze plek was wat moeilijk bereikbaar door alle gewichten die er lagen. Nu de boot van zijn plaats gehaald worden wilde ik de gewichten er eigenlijk weer in hebben zodat ik die niet achter de boot aan hoef te slepen. Dus loszittende roest weghalen, schoonmaken en in de roestmenie, tenminste dat was het plan. Maar zoals altijd kom je steeds meer tegen. Blijkbaar heeft men ooit het puntje waar beide romphelften bijelkaar komen in het steven volgestort met cement. Ik begon met goede hoop en een staalborstel. Dat werd al snel een komborstel in de accuboormachine en, nadat ik gemerkt had dat er roest onder het cement zat, een oude schroevendraaier en hamer en de komborstel in de gewone boormachine. Ik heb nu het meeste kaal en schoon én ik kan nu door de romp naar buiten kijken. Het is niet heel erg rampzalig want het staal eromheen is volgens mij nog dik genoeg, in de buurt is 3,6 mm gemeten, maar het is wel weer een lasklusje erbij.
Ook de dieseltank moest het ontgelden om wat werkruimte te hebben en straks met lassen niet in de weg te zitten. De tank was snel aan de kant met het loshalen van een paar schroeven en een slangklem.
Met de electrische tandenborstel gaat sneller dan met de hand
Overzichtje van de gevarenzône
Afvoerputjes. Het gaatje onder de wrang is wel wat typisch.
Jawel, bij een opduwer hoort natuurlijk een oude tuf-tuf motor dus ben ik hier en daar gaan rondvragen en marktplaats in de gaten houden. Een Kromhout M-1 is toch iets aan de zware kant, een Kromhout 2k1 is incompleet en draait niet, een Industrie 1IB3 is wel erg duur en een Lister CS is al verkocht. Afgelopen weekend kreeg ik een echter gouden tip, ik ben er dinsdag heen geweest en heb ‘m gekocht: een echte Kromhout M-0, 15 epk (“echte” pk’s) bij 500 toeren en een gewicht van 1050 kg. Nu moet hij alleen nog even uit meneer zijn achtertuin geplukt worden en van Brabant naar Friesland verscheept worden. Hoe we dat gaan aanpakken weten we nog niet helemaal.
Helaas fototoestel vergeten mee te nemen dus geen plaatje. Het is de op een na kleinste in dit overzicht. Op joeptjoep staan wel filmpjes waar je dit type motor kunt horen (bass van je speakers even vol opendraaien).
Tijdens het varen was me al opgevallen dat het schroefasvet, samen met water, langs de schroefas naar binnenkomt. Dat kan niet de bedoeling zijn dus nu de boot droog staat daar maar eens even naar kijken. De pakkingdrukker kon nog maar weinig aangedraaid worden dus dan alles maar los gehaald, oud vetkoort eruit en nieuwe erin. Dat klinkt weer eenvoudiger dat het was maar liggend kun je er redelijk bij. Beetje vreemd dat ik er 5 stukken vetkoord uitgehaald heb en er maar 4 weer in kreeg, of het moet zijn dat ik de tel kwijtgeraakt ben. Voor mijn gevoel had ik onder ook minder ruimte dan boven, alsof de schroefas niet goed uitgelijnd staat. Er zitten verder geen lagers tussen gland en motor. Potje vet weer gevuld en even aandraaien en voila, het vet wordt nu keurig naar buiten geperst. Nieuw vetkoord en schroefaslagervet zat trouwens bij ‘de inboedel’ van het schip dus dat scheelde weer.
Het oude vetkoort, een wat onsmakelijk plaatje zo op een stukje wc-papier. Het lijkt inderdaad wel alsof het aan één kant meer is afgesleten. Dit is een week nadat ik het eruit gehaald heb en nu al het water verdampt is blijft er maar weinig vet over.
Schroefas en omstreken. De klodders rondgeslingerd vet moet ik nog even opruimen.
Dit weblog gaat over de avonturen van opduwer Trochwrotter. Het begint in 2011 met de aanschaf en daarna in 2012 een verslag over hoe de opduwer weer in oude staat terug gebracht wordt. Ook in 2013 valt er nog genoeg te klussen en gaan de vaartochten, na de proefvaart, steeds verder van huis. Hoe gaat dit eindigen?
Technische gegevens:
Lengte: 6.0 m
Breedte: 2.0 m
Holte: 0.9 m
Diepgang (incl. hak): +/- 0.8 m
Kruiphoogte: +/- 1.3 m
Bouwjaar: 1932 (?)
Waterverplaatsing: +/- 2.5 ton
Motor: Kromhout M0, 1 cylinder gloeikop, 15 PK
Koeling: gesloten met koelpijpen
Geschiedenis:
De geschiedenis van voor 1965 is onbekend. Begin jaren ’70 voorzien van stuurhut en verhoogde roef. Heeft daarna vele jaren met de naam “Assistent” rondgevaren in midden Nederland. Er zijn verschillende eigenaren geweest maar met zo’n 25 jaar had Toon van de Bedum de boot het langst in bezit. In de jaren ’90 werd hij weer verkocht en veranderde de naam in “De Hendrik”. Eind 2010 kocht ik de opduwer en voer hem in januari 2011 naar Friesland. In de loop van 2012 heeft de opduwer zijn oude gedaante teruggekregen en is hij weer voorzien van een ouderwetse plofmotor.
Na enkele tochtjes door de omgeving wordt het nu tijd om de harde waarheid onder ogen te zien, dat wil zeggen, uitzoeken in wat voor staat het schip is. Op 10 februari wordt de boot op het droge gezet. Helaas komen de stempels wat onhandig uit en wijzen daarom de kimkielen nu omhoog. Nouja, het vrij dunne plaat is zo teruggebogen, ze hebben er bij de jachthaven zelfs een speciaal gereedschap voor gemaakt omdat het wel vaker gebeurt. Origineel zijn ze zowieso niet dus misschien haal ik ze er ook wel gewoon af. De vloerbedekking aan de binnenkant is ouder dan de kimkielen, je kunt zien waar de lassen gelegd zijn aan de gaten die in de vloerbedekking gebrand zijn. Verder ziet het er, op wat roestplekjes en diepe putten op de waterlijn na, nog niet zo slecht uit. Ik wil echter toch graag wat meer zekerheid dus huur ik iemand in om een plaatdiktemeting te doen. Voor die tijd moet de boot eerst leeg zodat de binnenkant zoveel mogelijk bereikbaar is. Verscheidene dozen vol serviesgoed, campingstoeltjes, verf en onderdelen, poepdoos, kussens en jerrycans worden naar mijn rommelhok in de kelder versleept. Meters aan zware, roestige kettingen en blokken staal en gewichten komen uit de voorpiek. Deze laat ik eerst maar gewoon naast de boot liggen. De gewichten dienen als contragewicht van de motor die in de huidige situatie in de kuip ingebouwd is, een stuk verder naar achteren dan van oorsprong het geval was. Om wat luiken in het vloertje bereikbaar te krijgen sneuvelt helaas ook een deel van de vloerbedekking. Ach, in het najaar gaat het er toch allemaal uit.
Nu de boot toch op het droge staat werk ik meteen maar even wat roestplekjes in het dek bij. Zo kan ik deze zomer tenminste rondvaren zonder dat de opduwer er al te verwaarloosd uitziet.
Eerste blik op het onderwaterschip
Donderdag 17 februari komt Arno Vuurens van Blue Loeks Marine met high-tech akoestische diktemeters, en een grote hamer. Bij de koop was ik er al niet van uitgegaan dat het vlak perfect zou zijn, dat kon ik ook moeilijk verwachten van een bijna 80 jaar oude boot, maar wel dat het bij een paar kleine reparaties zou blijven. In mijn achterhoofd hield ik wel rekening met de mogelijkheid dat het wel eens erg tegen zou kunnen vallen. Wat ik in dat geval gedaan zou hebben weet ik niet want gelukkig blijkt het mee te vallen. Aan de bakboordkant zit een stuk waar de putten dusdanig diep en talrijk geworden zijn dat er een plaatje overheen moet. Ook aan bakboord, maar dan bij de boeg, is een klinknagel losgeraakt waardoor de plaat is ingerot. Deze beide plekken sluiten aan bij een al bestaande dubbelingsplaat dus het beste is deze met dezelfde breedte plaat gewoon door te trekken. Arno kan nergens gaten in het vlak slaan met zijn hamer (en hij slaat best hard) maar onderaan verschijnt wel een deuk. Voor de zekerheid moet hier ook een plaatje overheen. Metingen wijzen uit dat de plaatdikte bijna overal boven de 3 mm zit, dat is niet gigantisch dik maar wel voldoende. Waarschijnlijk is de opduwer van 4 mm plaat gebouwd. Op een plek duikelt de meter wel wat onder de 3 mm maar gek genoeg lijkt de plaat hier sterk genoeg en is er ook geen aantasting te zien. Zou de plaat hier altijd al dunner geweest zijn? Het roer is lek vlakbij de dopmoer van de schroef. Ik wil eigenlijk zowieso wat doen aan de stuurinrichting maar ik weet nog niet precies wat. Zowel stabiel rechtuit varen als scherpe bochten draaien gaat niet altijd van harte. Voorlopig moet het roer maar gewoon gerepareerd worden. Waar de schroefaskoker door het vlak komt is wat plaatwerk helemaal verdwenen. Dit is waarschijnlijk al langer zo, van binnen is dit gedeelte volgestort met beton. Verder ziet het vlak er van binnen goed uit, zoals ik zelf ook al geconstateerd had. Alleen in de voorpiek op de plek waar al die kettingen en gewichten lagen is de nodige roest te vinden. Het is een extra gevaarlijke plek omdat het spant hier dichtgelast is zodat er water achter kan blijven staan terwijl het voordekje waarschijnlijk lek geweest is. Helaas is het lastig goed te controleren omdat de boot daar precies op een steun staat. Het dek is hier en daar onder het potdeksel (het hoekijzer op de buitenkant van dek naar romp) behoorlijk vergaan. Ik zal bekijken wat ik er dit najaar aan moet doen, omdat het boven de waterlijn zit laten we het verder buiten de keuring. Een andere opmerking gaat over het kunststof peilglaasje van de dieseltank. Deze worden na verloop van tijd bros en kunnen dan barsten als ze eens een tik krijgen. Een leeglopende dieseltank geeft veel rommel dus het is beter dit peilglaasje te vervangen door variant van gewapende slang. Ook de slang van het gootsteentje zou eigenlijk vervangen moeten worden en voorzien van een dubbele slangklem. De afsluiter staat echter standaard toch dicht en het ding wordt in het najaar toch verwijdert dus ik laat het voorlopig zo.
Man met de hamer. Let ook op de gewichten uit de voorpiek
Plaats van dubbelingsplaatje. Met 3.8 mm nog aardig dik maar veel roestputjes
Er zal dus geslepen en gelast moeten worden. Dit mag niet buiten dus gaat hij in de doe-het-zelf loods bij de jachthaven. Ik stel het schilderen verder ook maar tot dan uit, in een verwarmde loods gaat het vast beter dan bij 5 °C en 90 % luchtvochtigheid.
In januari valt de dooi in maar het duurt wel even voor al het ijs verdwenen is. Ook als half januari het kanaal schoon is wordt er nog een skûtsje over de weg vervoerd omdat er op het Tjeukermeer nog 10 cm ijs ligt. Zondag 23 januari ben ik weer in Breukelen om wat spullen te brengen, te kijken wat ik verder nog moet regelen en een proefvaart te maken. Marc heeft een nieuwe accu geplaatst en alles nagekeken. Erg netjes! Ook zijn ouders zijn aanwezig om de boot uit te zwaaien, in de veronderstelling dat ik meteen zou vertrekken. Zij hebben veel met de boot gevaren. Ik moet echter eerst de auto terug brengen om de volgende dag met kampeerspul en etenswaar met de trein terug te komen. Dan gaat de tocht echt los.
Na het oversteken van de Loosdrechtse Plassen is de ingang van de oostelijke Drecht snel gevonden. De eerste sluis is een zelfbedieningssluisje met nauwelijks verval dus kan ik rustig even wennen aan het aanleggen met deze boot. De volgende sluis is Het Hemeltje en gaat ook zonder problemen. De sluiswachter merkt op dat ik erg vroeg ben in het seizoen. De rest van de dag vaar ik over de brede rustig meanderende Vecht. Even voor Muiden leg ik aan om te overnachten. Ik hoopte de volgende morgen vroeg het IJmeer over te steken als er nog niet al te veel wind staat.
Ik vertrek als het nog maar amper licht is maar helaas staat er een flinke wind. De sluiswachter van de Muidense sluis is dan ook verbaast als ik het IJmeer op wil. Recht tegen de golven in gaat mooi maar zijwaarts is toch wel wat spannender dan ik gepland had. Vooral als de opduwer bij flinke golven enkele seconden op één oor blijft hangen is beangstigend. Eenmaal op het keerpunt met de wind in de rug gaat het beter en surf ik al snel onder de Hollandse Brug door. Het Gooimeer is een stuk rustiger. Sluisbediening regelen in Almere kost even wat moeite omdat eerst niemand opneemt op het telefoonnummer. Dan eerst maar even tanken in de jachthaven. Nog eens bellen en nu wordt er gelukkig opgenomen. We spreken om 12 uur af. Aardig want officieel wordt er buiten het seizoen alleen om 10 en 15 uur geschut. Ondertussen nog mooi even boodschappen gedaan. De vaart door de Flevopolder is verder lekker rustig. De Hoge Vaart is dan wel vrij recht toe recht aan maar er is genoeg begroeiing langs de kanten om het wat interessant te houden. Ik kom één ander schip tegen, een leeg vrachtschip met veel vaart en daardoor een flinke hekgolf, mooi even water scheppen. Tegen zonsondergang leg ik aan bij een bosje met een oude merkpaal.
Wachten voor de sluis in Almere Haven
Water als een glasplaat en een beetje mist aan het begin van de dag. Nog een uurtje of twee varen naar de Ketelsluis. Het touw een bolder hoger verplaatsen in de sluiswand met de sterke stroming bij het omhoog schutten mislukt dus dan maar op de motor wat in het midden blijven liggen. Het is maar goed dat ik alleen in de sluis ben. De wind is oostelijk dus het Ketelmeer is vrij rustig. Op het Zwarte Meer staan wel wat golven maar hier moet ik toch recht tegenin. Ondertussen bel ik met provincie Overijssel om de sluis in Blokzijl te bestellen en gelijk ook brug in Kalenberg en Ossenzijl voor morgen. Ik neem de tijden wat ruim en ondanks dat ik vanaf Vollenhove met stationair draaiende motor heel langzaam vaar ben ik nog veel te vroeg in Blokzijl. Gelukkig is de sluiswachter ook vroeg. Hij geeft me de tip dat ik de sluizen en bruggen in Friesland een dag van tevoren moet regelen dus dan ook gelijk maar met de provincie Friesland gebeld. Morgen kan ik dan in een rits door de Homansluis, Oldelamer brug en de brug in Echtenerbrug. Ik overnacht bij het Giethoornse Meer (dat niet echt bij Giethoorn ligt).
De volgende dag begint met een mooie vaart langs lintbebouwing voor ik in Kalenberg alweer veel te vroeg bij de brug ben. Dit keer is de brugwachter (van de gemeente) ook nog eens laat. Ik ben nog maar net door de brug of de brugwachter van de volgende brug, van Ossenzijl, belt al waar ik blijf. Ik ben echter netjes op tijd. Op de Linde is een beetje oponthoud door een baggerzuiger. Voorzichtig varen om niet in een of andere ankerkabel verstrikt te raken. Bij de Linthorst Homansluis heb ik nog tijd genoeg om even de historische driewegsluis te bekijken. Het is alleen nogal koud met de oostenwind. Na de sluis is het in een ruk door omdat de tijden voor de andere bruggen door de man van de provincie nogal krap bepaald zijn. Na Echtenerbrug staan er weer aardige golven op het Tjeukemeer maar niet zo erg als op het IJmeer. De Follegasterbrug wordt voor mij gedraaid alhoewel de boot waarschijnlijk net onder het vaste gedeelte door kan. Achteraf gezien was ik waarschijnlijk liever via Vierhuizen en Scharsterbrug gevaren maar gelukkig is het vrij rustig met vrachtverkeer op het Prinses Margrietkanaal. Via de Langweerderwielen en diverse kleine kanaaltjes gaat het richting Snekermeer. Een net aan een brug die de weg versperd en wat verdwalen in de wirwar van slootjes en plasjes maken het weer wat interessanter. De geplande vaart langs Terhorne gaat niet door; de ‘open’ keersluis van Heerezijl is gesloten. Ik overnacht dan maar aan een piepklein eilandje genietend van een mooie zonsondergang.
De volgende ochtend begint met een extra klusje, namelijk ijs krabben. Ook het voordekje is voorzien van een mooie ijsplaat en de meertouwen worden bij het wegvaren niet opgerolt maar opgevouwen. De normaal openstaande sluis aan de noordkant van het Snekermeer is dicht maar als ik aan kom varen gaan beide deuren tegelijk open dus er hoeft niet geschut te worden. In Grou ga ik op zoek naar diesel. Helaas zijn alle tankstations aan het water gesloten. Bij een jachtschilder mag ik wel even liggen en diesel halen bij een autotankstation vlakbij. Ik verkies de slingerende staande mastroute via Leeuwarden boven het Prinses Margrietkanaal. Het heeft vannacht hard genoeg gevroren dat er hier en daar een ijslaagje ligt dus mag ik zo nu en dan voor ijsbreker spelen. Verder is het zonnig en, op het lawaai van de motor na, stil. Van Leeuwarden naar Bergum is dan weer vrij saai door brede rechte kanalen. Na het Bergumermeer is het nog maar een klein eindje, om 15 uur ben ik bij de jachthaven. De opduwer krijgt een plekje in de spoorsloot omdat de haven zelf nog afgesloten is met een grote balk. “Kijk maar hoever je komt.” Het kost inderdaad wat moeite want er ligt wel 3 cm ijs.
Gedurende de reis heb ik mijn fotocamera elke 15 seconden (later elke 10) een foto laten maken. Achterelkaar geplakt krijg je dan dit; 5 dagen varen in 12 minuten.
Op 19 december 2010 reis ik door een wereld van sneeuw en ijs naar de Loosdrechtse Plassen om een bootje te bekijken. De opduwer staat op marktplaats voor een veel lagere prijs dan wat men meestal voor zo’n opduwer durft te vragen. De reden hiervoor is ook wel duidelijk. In het verleden is het roefje verhoogd en is er een kajuit op gebouwd en dat heeft het uiterlijk van de opduwer nogal aangetast. Een papiertje op het beeldscherm houdend om de kajuit af te dekken wordt het oude stoere uiterlijk weer zichtbaar. Het bootje is op deze dag helemaal ingevroren en ingesneeuwd, een proefvaart is dan ook onmogelijk al kan ik nu wel zonder probleem een rondje om de boot lopen. Ook de motor start niet door een defecte accu. Het enige waar ik op af kan gaan is de staat van het vlak aan de binnenkant, dat er nog prima uitziet, en de verkoper Marc die oprecht en betrouwbaar overkomt. Dus de knoop doorgehakt en de gok gewaagd. Voor €6500 wordt de koop gesloten. Het naar huis varen zal moeten wachten tot het ijs weg is.