Proefvaart!

httpv://www.youtube.com/watch?v=CTskD_QT3pw

Het lekje dat ik vond bij de eerdere proeftewaterlating was toch wat serieuzer dan ik dacht, er viel een flink stuk staal uit het achterspant boven de schroef toen ik er een klap met de hamer op gaf. Verder was er gelukkig niets structureel mis dus kon ik gerust de boot verder afmaken. Vooral de gewichtsverdeling heb ik mij zorgen over gemaakt maar dat viel dus alles mee. Ik moet alleen het gewicht van de uitlaat + stuurman + koelwater aan stuurboord compenseren.
Belangrijkste conclusie uit deze proefvaart is dat de huidige schroef veel te licht is. De motor hoeft nauwelijks te werken maar ik krijg de snelheid niet boven één hectometerpaaltje per minuut (oftewel 6 km/uur) en dan is er nog nauwelijks een boeg- of hekgolf. Volgens mijn meetpoging heeft deze schroef een spoed van 15″, terwijl volgens de meeste rekenprogrammaatjes en spreadsheets een spoed van 23″ nodig is. Dat scheelt de helft. De boot staat nu dus weer op de wal in afwachting van een andere schroef. Er zijn nog wat kleine dingen die nog afgewerkt moeten worden, zoals handgrepen aan de schoorsteen, een vlagstandaard en de rest van de boutjes van het dak. Ik vind de motor ook nog steeds niet mooi regelmatig lopen dus daar kan ik ook nog aan prutsen.

Te water zonder ballast.

Er moeten nog wat verslagjes gemaakt worden van de werkzaamheden van afgelopen zomer voor de trouwe fans en andere zeikerts. Hier ben ik mee bezig, zie . Ik pas de publicatiedatums aan zodat de chronologische volgorde in elk geval klopt.

Dieseltank

Voor testdoeleinden heb ik een klein tankje op de motor gemaakt (afkomstig van een waterpompje) maar dat moet natuurlijk anders. Nou heb ik uit de oude situatie nog de platte 30 liter dieseltank overgehouden en het plan is altijd geweest om deze opnieuw te gebruiken. Het blijkt alleen dat ik deze tank nergens kwijt kan, tenminste als ik hem hoger dan de brandstofpomp wil plaatsen en dat lijkt me goed idee zodat de diesel met behulp van de zwaartekracht naar de motor kan stromen. Logische plaatsen zoals onder het voor- of achterdek vervallen daarmee. Hieronder op de foto nog een optie, maar aan die locatie zitten zoveel nadelen dat ik toch maar een andere oplossing moet bedenken.

Hmm, nee, dat wordt niks

Hmm, nee, dat wordt niks

Ik had nog een praktisch nieuw 25 liter tankje van een compressor liggen die, verbouwd als brandstoftank, aan het voorste wandje van de roef onder het grote luik kan hangen. De oude platte tank past hier niet vanwege zijn grote lengte en breedte. Ten behoeve van de ombouw heb ik wel een kant van de ketel afgezaagd en vervangen door een flens om de binnenkant schoon te kunnen maken. Dat is ook wel nodig want hier zit al aardig wat roest in, men vond het in China kennelijk niet nodig hier iets van bescherming op te smeren. Ik ga ervan uit dat het roesten wel ophoudt als hij met diesel gevuld is. De binnenkant schilderen doe ik niet want ik wil niet het risico lopen dat loslatende verf in de brandstofpomp of verstuiver belandt. Van de oude tank heb ik de tankdop met hals en de ontluchting hergebruikt.

Ex-compressorketeltje en tankdop van de oude tank

Ex-compressorketeltje en tankdop van de oude tank

Op onderstaande foto is het belangrijkste (vloeistofdichte) laswerk klaar. Ik moet hier alleen nog de oude voetjes eraf zagen en een paar ophangbeugels maken.

IJzer- en laswerk zo goed als klaar

IJzer- en laswerk zo goed als klaar

Tank in de primer

Tank in de primer

Als peilglas dient een stukje doorzichtige brandstofslang. De tuitjes van stalen buis waar deze op geklemd zit stammen weer van de oude tank die dezelfde constructie had.
De flens is gemonteerd met vloeibare pakking. Een papieren pakking was beter geweest maar pakkingmateriaal van die maten is de laatste tijd steeds moeilijker te vinden. Vloeibare pakking is toch als purschuim in de bouw: snel klaar maar niet zo netjes. En je komt het weer tegen als het weer los moet.

Zo goed als klaar

Zo goed als klaar

De dieseltank zit in de boot gemonteerd met een paar boutjes die nu wel aan de buitenkant zichtbaar zijn. Lassen kan namelijk niet meer omdat de boot inmiddels geverfd is.

Kleurtjes

Nu het laswerk klaar is kan ik eindelijk de rest schilderen waarmee de afwerking van de boot begonnen is. Ik heb eerst rust in het dorp verstoord door met de naaldenbikhamer de oude verf van het dek en de zijwanden te halen.

Diverse oude verflagen van het dek getimmerd met de persluchtrammelaar

Diverse oude verflagen van het dek getimmerd met de persluchtrammelaar

Met behulp van een tekenprogramma op de computer heb ik verschillende kleuren ‘virtueel’ op de boot uitgeprobeerd. Ik heb een voorkeur voor stoere donkere kleuren, ook uit praktische overwegingen. Uiteindelijk is het dezelfde kleur paarsbruin gebleven. Daar had ik ook nog een halfvol blikje van staan, maar die heb ik niet meer gebruikt gezien die al een paar seizoenen in de boot overwinterd heeft. Dek en dak zijn stemmig zijdeglans zwart geworden. Matzwart had me ook wel wat geleken maar dat is niet kant-en-klaar te krijgen en is waarschijnlijk ook niet zo goed voor de water- en vuilafstotende kwaliteiten van de verf. Ik zag op marktplaats een opduwer staan die zo glimmend hoogglans zwart geschilderd was dat hij eigenlijk niet te zien was, je zag alleen de weerspiegeling van de fotograaf. Ieder zijn meug maar ik vind het niks. Binnenkant van de kuip is “Kromhout-bruin” geworden, tenminste zo dichtbij als de mengmachine van de DHZ-zaak in de buurt kon komen, omdat een deel van de motor met keerkoppelingshendel en stuwdruklager zich ook in de kuip bevindt. Dan past het allemaal wat beter bijelkaar.

De kuip en omstreken in de zilvergrijse primer

De kuip en omstreken in de zilvergrijse primer

Onder het achterdek schilderen is geen groot plezier want je kunt er nauwelijks bij. Languit liggend en de kwast bij het puntje van de steel houdend kan ik de verste hoekjes maar net bereiken. Het gaat dan vooral om bescherming tegen roest want het werk is van buitenaf niet te zien.

De kuip in 3 kleuren

De kuip in 3 kleuren

Het schilderwerk aan de buitenkant vordert

Het schilderwerk aan de buitenkant vordert

Wel mooi die matte kleur, maar dit is van condens. Het schilderseizoen is eigenlijk voorbij.

Wel mooi die matte kleur, maar dit is van condens. Het schilderseizoen is voorbij.

Na het schilderen heb ik de lichtranden heb ik van plexiglas voorzien. Het is goedkoop, onbreekbaar en gemakkelijk te bewerken maar wordt na verloop van jaren wel dof , dus dan moet het vervangen worden. Ik heb het gezaagd met de decoupeerzaag met een metaalzaagje (met fijne tandjes) en de voet voorzien van een stuk ductape tegen krassen. Aan de randen een stukje beschermfolie van het plexiglas gesneden, alleen daar waar de kit komt zodat ik de rest van het glas niet met kit besmet. Er zitten geen binnenringen meer bij de lichtranden dus de kit moet het glas beethouden.

Luikjes en lichtranden met glas

Luikjes en lichtranden

De romp heb ik in maart 2011 nog geschilderd dus ik heb nu alleen de plekken met lasschade bijgewerkt en een nieuwe laag antifouling aangebracht. Duur spul!

Met versche antifouling

Met versche antifouling

Daarna kunnen ook de nieuwe anodes gemonteerd worden. Natuurlijk zijn de strips van de anodes net te kort dus heb ze verlengd met stukjes strip van de oude anodes. Scheelt ook een paar gaatjes boren.

Anodes aanpassen

Anodes aanpassen

Het dak heb op zijn plaats vastgezet maar nog niet alle boutjes erin gedraaid omdat het er na de proefvaart misschien nog weer af moet. Lichtranden gemonteerd met klinknagelboutjes en kit tegen inwateren en de luikjes met RVS bouten en wat robuust en functioneel (maar misschien minder fraai) zelfgemaakt hang- en sluitwerk.

Alles aangesloten, boot vaarklaar

Alles in de kuip gemonteerd