Chopped top

Nu het voordek er weer inzit durf ik het dak er wel af te halen. Ik was een beetje bang voor vervorming als ik meteen alles zou slopen. Dan iss er nog de vraag, hoeveel zaag ik er tussenuit? Terugbouwen naar de originele hoogte is het mooist, maar nu past de kromhout er (net) niet in. Gelukkig heb ik daaraan gedacht, de kop gaat straks een beetje in de koekoek steken. Verder lijkt het me wel handig het dak verwijderbaar te maken. Mocht de motor er nog weer eens uitmoeten dan kan dat zonder meteen naar de snijbrander of haakse slijper te moeten grijpen. Alleen had ik graag de oude klinknagels behouden. Een optie was om een opstaande rand aan de binnenkant van roefwand te lassen zodat het dak er als een soort deksel op een koektrommel op past. Maar de zaagsnede blijf je dan wel zien aan de buitenkant. Uiteindelijk maar gewoon besloten om de klinken eruit te slopen en te vervangen door boutjes. Jammer van het historische materiaal maar het is de simpelste oplossing en het geeft me de kans om alle roest tussen hoeklijn van het dak en de wand te verwijderen.

Met een latje met twee spijkers een lijn getrokken op 21,5 cm van het dak en doorgeslepen

Zo’n dakje weegt toch nog wel wat dus hier de sterke arm der hydrauliek weer even nodig.

Waarom heeft een vorkheftruck eigenlijk lepels?

Meten blijft moeilijk. Als ik hetzelfde ding drie keer opmeet heb ik drie verschillende waardes. Meestal middel ik die dan zodat ik zeker weet dat ik de juiste maat in elk geval niet heb. In elk geval sta ik wel even te kijken als het dakje eraf is want dit lijkt wel erg scheef. Even nadenken en meten. Het valt mee, de bovenrand is (min of meer) recht maar door de zeeg van de boot is de roefwand vooraan lager dan achteraan. Zo zie je maar weer dat ze vroeger toch wel verstand van bootje-bouwen hadden.

Hé, bryk!

Het voorraampje dichtgelast met weer een tweedehands stukje staal want dit raam komt niet terug. De patrijspoorten (eigenlijk lichtranden want ze kunnen niet open) moeten er wel weer in dus de gaten moeten verplaatst worden. Deze uitgezaagd met de decoupeerzaag. Dat gaat prima, maar wel op standje extra langzaam en veel koelen (met WD40 blijkt goed te werken) anders is het zaagje snel tandloos. De uitgezaagde driekwart maantjes die overblijven heb ik een halve slag gedraaid en in de oude gaten gelast. Erg slim gevonden van mezelf, toch?


Gaten zagen voor de patrijspoorten

Ik moet zeggen dat ik aardig tevreden ben met het resultaat. Het lijkt nu tenminste weer op een echte opduwer.

Zo begint het al ergens op te lijken

Van het dakje moet nu nog de afgezaagde rand van het roefje verwijderd worden. Eerst de koppen van de klinknagels half doorgeflext en er dan met de koudbeitel afgeslagen. De meeste klinknagels kan ik er daarna zo uitslaan met een doorslag maar er zijn natuurlijk altijd een paar die tegenstribbelen. Warm karweitje, al dat meppen. Het vastgelaste en doorgeroeste luikje van het koekoekgat ook weggesloopt. Opvallend dat deze vastzit met kleinere klinknagels en het gat erin gebrand is. Misschien een latere toevoeging? Het grote luik voorin lijkt wel origineel te zijn. Alle roest en verfresten aan de binnenkant er afgehaald met de komborstel waar het erg van opgeknapt is. De buitenkant moet ook nog maar hier zit zoveel verf en plamuur op dat ik er wat tegenop zie.

Gedeeltelijk opgepoetst roefdak

Een nieuwe bij de boot en motor passende schroef moet €930,- kosten (ex BTW, uiteraard). Dan toch maar even op marktplaats snuffelen. Aldus een schroef van de goede diameter gekocht voor €80,-. De spoed is alleen onbekend en er mist een hoekje uit maar voor dat prijsverschil wil ik het er wel op wagen. Nou nog een schroefas, gland, koker etc.

Tweedehands schroef voor het idee al even op zijn plek gezet

Nog een tijdje besteed aan het schoonmaken van de binnenkant van de romp. Als hier de motorfundatie staat kan ik er veel slechter bij. Het is echter nogal een rotklus, de loodmenie zit er dik op, het zijn allemaal lastige hoekjes en loodmeniestof zal wel niet gezond zijn. Tijd voor chemische oorlogsvoering?

Roestaureren

Roestaureren: slechte staal eruit slijpen met de flex, nieuw stukje op maat maken, erin lassen en dan weer alle hobbels en bobbels van mijn beginnerslaswerk wegslijpen. Lassen is leuk, het flexen ben ik minder gecharmeerd van. Veel en vervelend lawaai, veel stof, vonkenregens en niet helemaal zonder gevaar, vooral als zo’n dunne doorslijpschijf mij weer eens vastloopt of uitschiet. En je hebt er ook nog eens geduld voor nodig want heel hard gaat het niet. Maar goed, hieronder wat plaatjes van de vorderingen van de laatste tijd.

Stukje deels gedubbeld en doorgeroest gangboord uitgeslepen

Gelast, inclusief waterafvoerpijpje

En weer mooi glad geslepen

Veel plamuur, stukje gedubbelde plaat en schroevendraaier die ik er zo doorheen steek

Ook hier weer nieuw stukje ingelast.

Toch maar de knoop doorgehakt en het voordekje eruit geslepen. Tussen het dek en hoeklijn zat niet alleen lasrups maar ook diverse smaken kit en plamuur. Duidelijk al lange tijd een problematisch hoekje.

Voordekje toch maar verwijderd

Ik had het oude kajuitje al op de schroothoop gebonjourd onder het motto ‘oude rommel weg ermee’. Na het bekijken van de staalprijzen bedacht ik me dat hergebruik toch wel veel voordelen heeft. Het dakje heeft al bijna de goede kromming, zit al in de menie (en diverse lagen andere verf) en is gratis!

Oude dekje en het voormalige stuurhutje als staaldonor

Mooi geklonken maar ietwat roestige bolder

Nieuwe dekje uitgeslepen

Het oude dekje heeft zo’n 80 jaar in gekromde vorm op het schip gezeten maar zodra ik het oude spant los had sprong het meteen weer naar zijn oorspronkelijke vorm als vlakke plaat terug.

Oude spant onder het nieuwe dek gelast

Men heeft ooit rondom het dek aan de hoeklijn (dekstringer) gelast, waarschijnlijk om verder roesten en lekkage te voorkomen. Het lassen is alleen met zoveel hitte gedaan dat het dek overal ongeveer een cm verzakt is. De rompspanten en dekspanten zijn niet met elkaar verbonden, gelukkig maar want anders was het dek een golfslagbad geworden. Het punt is nu dat ik eerst een hele dikke oude lasrups onder de hoeklijn mag wegslijpen en dat het nieuwe dekje wat hoger komt dan het bestaande. Bij de aansluiting met het besaande dek komt dus een hobbel. Het is niet anders. Gelukkig is de opduwer verder ook verre van strak en glad dus het maakt ook niet zoveel uit.
Met wat klosjes heb ik het nieuwe dekje tegen de hoeklijn gedrukt en daarna vast gehecht. Het puntje moest echter wat omhoog gebogen worden. Hiervoor dan maar een boutje tijdelijk op het puntje gelast. Even een brugje bouwen van wat restantjes staal en aandraaien maar.

Klosjes tussen dek en spanten geslagen om het dekje tegen de hoeklijn te drukken

Tijdelijk boutje met wat reststukjes als afstandsplaatjes om het puntje van het dek omhoog te buigen

Afgelast en een berg slijpstof geproduceerd

Tijdens het varen afgelopen seizoen kwam water onder het achterdek vandaan binnen sijpelen. Ik dacht dat het bij de haakse overbrenging van het roer zat. Deze is rechtstreeks op de vlakplaten gelast en zat los, dus ik dacht aan een scheurtje in het vlak. Nu de boot op het droge ligt is er natuurlijk niks aan te vinden. Toch maar eens met de verfkrabber rondgezwaaid en ziedaar. Iets hoger, natuurlijk net op de naad van twee overlappende platen, zit een gaatje.

Gaatje in het vlak

Hier een nieuw stuk inzetten is lastig omdat het zoals gezegd net bij de overlapnaad zit en bovendien een dubbelgekromd stuk is. Daarom eerst maar geprobeerd het zo dicht te lassen. Boven je hoofd lassen is toch nog wel lastig. Eerst werd het gat vooral groter, daarna leek het meer op de druipsteengrotten van Han maar uiteindelijk, met steeds korte stukjes lassen, is het volgens mij dicht. Meteen ook maar een afgesleten klinkkop opgelast.

Toch dicht gekregen (denk ik, hoop ik)